V van VILVOORDE
Dorpsgezicht Vilvoorde
RandKrant, november 2001
Dat Brussel, Leuven en Vilvoorde hinderlijk dicht bij elkaar liggen, viel eeuwen geleden minder op dan vandaag. De drie steden waren besloten binnen hun wallen en tussen hen in strekten zich bos en platteland uit. Bovendien had elk van de drie een specifieke functie in de Nederlanden. In Brussel bruiste het Bourgondische hofleven, in Leuven zetelde de Alma Mater op haar stoel van wijsheid en in Vilvoorde diende de plaatselijke burcht als centrale gevangenis. Dat laatste is een verhaal apart. In tijden van galgenvelden, brandstapels en vergeetputten was zo’n gevangenis minder nodig dan vandaag, en toch werd de plaatsnaam Vilvoorde synoniem met die gevangenis zoals de plaatsnaam Leuven synoniem werd met de universiteit.
Op gevangenisbezoek in Vilvoorde
Toen ik aan mijn boek Hartenheer werkte dat over het beruchte leven van de zestiende-eeuwse Deense koning Christiaan II gaat, kwam ik in het rekeningenboek van de Amsterdamse bankier Pompejus Occo een curieuze uitgavenpost tegen: Meer uuthgeven umbdat ick den 25 dach Julij myt ein dener up schriven mijns g. h. Ko. von Denmarken tho Dordrecht an mijn g. vrow Margarieta etc. reysde umb ein deel gelds tho maenen und ward den 6 dach in Augusto myt her Anthonius van Metz gefanghen ende nae Fuylforden gebrocht, dar wy weren thot den 17 dach Novembris. Die "dener" was een dienaar en zijne genadige vrouw "Margarieta" was landvoogdes Margareta van Oostenrijk. Het geld waarom de bankier haar maande, was een deel van de bruidsschat van de koning van Denemarken. Maar waarheen Occo en heer Antonius van Metz precies gebracht werden om er meer dan drie maanden (van 1522) gevangen te zitten (en te boeten voor iets wat Margareta de koning kwalijk nam), begreep ik niet: nae Fuylforden. Vilvoorde mag dan jarenlang synoniem zijn geweest met stank en vuiligheid, ik herkende de plaatsnaam niet meteen in de gevangenisnaam.
Maar zie, er doken andere gevangenen van Margareta van Oostenrijk in mijn lectuur op en die werden ook nae Fuylforden gebracht, of, duidelijker, à Vilvorde opgesloten. Toen ik het meesterwerk L’Oeuvre au noir van de Franse schrijfster Marguerite Yourcenar las en ook zij daarin naar Vilvoorde bleek te verwijzen als naar dé gevangenis van de Nederlanden, kon ik niet achterblijven: hier moest ik het fijne van weten.
Brabantse Bastille
Volg in Vilvoorde de wegwijzers naar het "Stadscomplex Tuchthuis" en je komt terecht op de plek aan de Zenne waar de waterburcht stond, die nu gestileerd is tot het stadslogo. De Brabantse hertog Wenceslas liet de burcht omstreeks 1375 bouwen naar het patroon van de Parijse Bastille. Die was oorspronkelijk een vestingwerk, maar de Brabantse Bastille werd meteen een gevangenis. Daarnaast diende het gebouw met zeven torens als controlepost tussen Brussel, Leuven en Mechelen, wat meebracht dat het de uitvalsbasis was van het garnizoen dat de streek bewaakte. Zo werd Vilvoorde een garnizoens- en gevangenisstad, want ook een plaats kiest haar lotsbestemming niet zelf.
Met moordenaars, rovers en andere bandieten werden destijds korte metten gemaakt. Maar toch zaten mensen soms voor langere tijd opgesloten, in afwachting van een proces, of - zoals bankier Occo en heer Antonius van Metz - als gijzelaars, of als dissidenten. In de zestiende eeuw kwamen vooral protestanten in de gevangenissen terecht, "ketters" voor Margareta van Oostenrijk, keizer Karel en hun opvolgers-inquisiteurs.
De beroemdste gevangene van Vilvoorde was dan ook een eerbiedwaardig man: William Tyndale, een Engelse theoloog die de bijbel in de volkstaal wilde brengen toen dat (nog) niet mocht. Hij kwam op het vasteland werken. Zijn vrienden smokkelden zijn gedrukte vertalingen Engeland binnen. Zijn vijanden slaagden erin hem te laten opsluiten en te laten veroordelen voor ketterij. Tyndale werd in de zomer van 1536 terechtgesteld nadat hij anderhalf jaar in een kerker van de Vilvoordse gevangenis had vastgezeten. Hij had er zo goed mogelijk verder gewerkt en tevergeefs om gunstmaatregelen gevraagd aan de markies van Bergen-op-Zoom, die de gouverneur van de burcht van Vilvoorde was. Tyndale kreeg kort na zijn dood erkenning in Engeland, waar zijn bijbelvertaling verplichte lectuur werd. En Vilvoorde werd een bedevaartsoord voor protestantse toeristen, die er het Tyndalemuseum en -monument bezoeken.
Verbeteringsgesticht
De Parijse Bastille werd in 1789 bestormd, de Brabantse werd kort voordien afgebroken. Keizerin Maria-Theresia wilde met de oude burcht het oude gevangenissysteem doen verdwijnen, om het te vervangen door heropvoeding in een modern verbeteringsgesticht. Werk en discipline moesten van misdadigers fatsoenlijke lieden maken. Hoe die verlichte opvatting te rijmen viel met het architecturale complex waarin ze moest worden toegepast, is me een raadsel. De "Correctie" van Vilvoorde werd een somber gebouw dat meer dan duizend cellen telde en soms een dubbel aantal gevangenen, geen dissidenten à la Tyndale, maar kleine criminelen die geen doodstraf kregen en wel dwangarbeid moesten verrichten in omstandigheden die aan de werkkampen van de nazi’s doen denken.
Vilvoorde was voortaan wel exclusief voor de Brabanders bestemd en voor mensen die op Brabants grondgebied bij de lurven werden gevat. Vlamingen hoorden voortaan immers thuis in het verbeteringsgesticht van Gent, dat nog voor dat van Vilvoorde was opgetrokken. En het geboefte in de Hervormde Noordelijke Nederlanden kwam natuurlijk niet meer in de Katholieke Zuidelijke Nederlanden terecht.
De gevangenen - mannen en vrouwen in gescheiden vleugels - verbleven in celletjes van 1,8 x 1,2 m met raampjes van 20 x 10 cm. Ze onderhielden zelf het complex, terwijl hun eigenlijke dwangarbeid bestond uit de bewerking van wol, katoen, hennep en vlas. De standenmaatschappij bleef gehandhaafd: rijke gevangenen werden onderhouden door hun familie, arme gevangenen overleefden dank zij liefdadige inzamelingen. De gevangenisdokter en zijn collega-chirurg moesten er vooral voor zorgen dat de gevangenen aan het werk konden blijven.
Tuchthuiskazerne
In de woelige jaren van de Franse revolutie tot en met 1815, Waterloo, werd de Correctie aangepast aan de noden van het moment. Nu eens was ze een opvangcentrum voor bedelaars, dan een militair hospitaal voor de partij die aan de winnende hand was en tussendoor nog altijd een gevangenis. Onder de bewoners braken afwisselend opstanden en epidemieën uit. De Vilvoordenaars moesten goedschiks of kwaadschiks mee opdraaien voor hun kostgangers en kleding en medicamenten bezorgen. Samen met het aantal gevangenen nam het aantal doden toe, gemiddeld twee mensen per dag. De Correctie kreeg een eigen kerkhof, want iedere dag een begrafenis op het stadskerkhof bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk in het centrum, zette een domper op het stadsleven.
De grootste nieuwigheid in 1830, toen de Zuidelijke Nederlanden België werden, was de naamsverandering: de gemiddeld duizend gevangenen bevolkten nu "la Maison de Réclusion", alias "la Maison pénitentiaire de Vilvorde". Dat duurde geen halve eeuw, want er brak een tijd van nieuwbouw aan: de beroemde Belgische gevangenissen volgens sterrenpatroon zijn negentiende-eeuwse creaties. De oude gevangenis van Vilvoorde werd eerst een militaire gevangenis en dan een gewone kazerne, een vreemde volgorde, maar de Correctie is zo’n gigantisch complex dat er plaats is voor vele bestemmingen. Toen het leger ook aan nieuwbouw begon te doen en uit Vilvoorde verhuisde, namen de jeugdbewegingen een vleugel in van wat ze vrolijk de "Tuchthuiskazerne" noemden.
Filmdecor
Het inspectiebezoek dat keizer Jozef II ooit hoogstpersoonlijk aan de Correctie bracht, moet wel zéér verschillend zijn geweest van het informatiebezoek dat ex-premier Dehaene en ik aan het complex brengen. Vilvoorde, waarvan Jean-Luc Dehaene nu burgemeester is, heeft zijn "Stadscomplex Tuchthuis" in 1981 voor een fors bedrag van het Belgische leger gekocht om er eigen diensten in onder te brengen. Het complex is nu voor Vilvoorde wat het Lego-bezit voor een kind is: een terrein vol mogelijkheden waaraan altijd iets nieuws kan worden toegevoegd, bijvoorbeeld een brandweerkazerne, en waarop voortdurend verhuisd en verbeterd kan worden.
Dehaene is thuis in de Correctie, groet en kent wie er werkt. Maar mijn weldoorvoede, zonverbrande en zomers geklede gids wordt wel een anachronisme als we het nog intacte gedeelte van de voormalige gevangenis met zijn akelige cellengangen, lege gevangeniszalen, donkere trappenhuizen doorkruisen. Het ligt er vol dode duiven. Die hebben zich door de raampjes naar binnen gewurmd en zo zichzelf opgesloten tot ze van de honger zijn omgekomen. "Maar goed dat ik hier niet met iemand van Gaia rondloop," zegt burgemeester Dehaene. De kadavers brengen een sinistere sfeer in het gebouw, terwijl de overblijvende celdeurtjes - houten panelen op duimen met een kijkgaatje erin - een romantische spanning opwekken. De Correctie diende al eens als filmdecor en ik hoef de voor een foto poserende Jean-Luc Dehaene in gedachten maar te vervangen door een uitgemergelde bandiet, om die film zó voor me te zien.
Legodomein
Vilvoorde heeft de toekomst van de oude gevangenisvleugels toevertrouwd aan het Brusselse Sint-Lucasinstituut. Het is de bedoeling dat aankomende architecten er via een wedstrijd de ideale bestemming voor vinden. Een artistiek, museaal of sociaal project - wie weet wat komt er uit de bus.
Als ik hem de plannen en toekomstdromen van zijn stad hoor beschrijven, krijg ik de indruk dat burgemeester Dehaene van Vilvoorde binnen afzienbare tijd burgemeester Tobback van Leuven naar de kroon wil steken. Maar Tobback hoeft zijn historische stad alleen maar (nog) meer luister te geven, pleinen te renoveren en buurten te moderniseren. Dehaene daarentegen moet van zijn historische stad die verloederde tot een stinkend randstedelijk industriegebied weer een stralend Brabants woon- en werkcentrum maken. (Of hij op den duur, om korte metten te maken met de slechte reputatie van Vilvoorde, de naam van de stad zal moeten wijzigen, naar het voorbeeld van de CVP die haar partijnaam wil veranderen, lijkt voorlopig de laatste van zijn burgervaderlijke zorgen.)
Waterside project. Zo heet het grootse plan om van het oudste industriële deel van Vilvoorde – op de oevers van de Zenne en de Willebroekse vaart – een modern en aantrekkelijk gebied te maken met plaats voor én technologische industrie én wooncomplexen. Dehaene integreert dat plan met een vingerknip in de toekomst van de oostkant van de rand. Het TGV-vormingsstation van Schaarbeek, de Waterside van Vilvoorde en de luchthaven van Zaventem zullen in elkaars verlengde liggen en samen grote stappen vooruit zetten in de richting harmonie en welvaart zeg maar. Zo zal de evolutie van Vilvoorde gelijken op de geschiedenis van de Correctie, van akelige plek tot Lego-domein.
Met dank aan burgemeester Dehaene, sectiehoofd Werken & Eigen Beheer Hendrik Gelaude en Luk Biesemans die voor de Vilvoordse documentatiereeks "Historiek" de tekst "De Korrektie of Het Tuchthuis" schreef.